Door: Suzan Otten-Pablos
Net als in de politiek lijken de tropenjaren nu ook thuis officieel te zijn aangebroken. Zoonlief zit namelijk in de puberteit. Mijn pedagogische kwaliteiten zullen de komende jaren dus serieus op de proef worden gesteld. Noem het een uitdaging.
Zoonlief heeft sinds kort een moeilijk leven, zeurende ouders en drammende meesters en juffen. Van veel dingen ziet hij helemaal het nut niet in. Alles wat op een taak of opdracht lijkt is namelijk stom. Zonde van zijn vrije tijd, zonde van zijn weekend en zonde van zijn welverdiende rust.
Ook de communicatie met zoon heeft steeds meer weg van een politiek debat. Veel gebruikte termen zijn; doe eens normaal, doe ik niet en zeur niet zo. En in de vakantie wilde zoon geen kaartje naar oma sturen, omdat hij zijn geld niet uit wilde geven aan een stukje karton.
Ik begrijp nu wat er met “ADHD is puberen in het kwadraat” wordt bedoeld, want het lijkt hier soms echt op een algemene politieke beschouwing, inclusief onze twaalfjarige bedrijfspoedel. Zoon is tegenwoordig vaak dwars, humeurig, onredelijk, kort van stof en met een beetje pech ontploft hij bijna. Het kan hem bovendien ook helemaal niks schelen dat alles niet altijd even fatsoenlijk en leuk overkomt. Hij doet gewoon zijn ding en gaat daarna weer over tot de orde van zijn dag.
Ik had het natuurlijk kunnen weten en me misschien beter moeten voorbereiden. Vroeger dacht men dat ADHD een kinderaandoening was, waar kinderen overheen groeien, maar we weten allang dat dit meestal niet zo is. Een groot deel van de kinderen met ADHD houdt ook in de volwassenheid last van de verschijnselen. En al deze volwassenen zijn ooit puber geweest.
In deze snelle maatschappij moet je voortdurend keuzes maken en prioriteiten en doelen stellen. Dat is lastig als je de gevolgen moeilijk kunt overzien. Van deze gedachte word ik niet echt vrolijk. De balans tussen loslaten en beschermen begon ik na tien jaar net een heel klein beetje te vinden, maar ik heb nu het gevoel weer jaren terug te gaan in de tijd.
De hyperactiviteit schijnt in de meeste gevallen vanaf het tiende jaar minder te worden, maar hier merk ik in de praktijk helemaal niks van. Zoon stuitert namelijk nog even hard als zes jaar geleden. Het organiseren, coördineren, plannen, onthouden en timen zal de komende jaren een nog groter probleem voor hem gaan worden, omdat er in de puberteit een groot beroep wordt gedaan op de ontwikkeling van de zelfstandigheid. Maar juist die zelfstandigheid en zelfredzaamheid, die leeftijdsgenoten wel hebben, heeft zoon niet, al denkt hij zelf natuurlijk van wel. Een rood stoplicht betekent voor zoon niet vanzelfsprekend stoppen en een groen stoplicht betekent niet vanzelfsprekend rijden. En hulp vragen is voor een puber natuurlijk not done.
Tegelijkertijd is het ook niet goed als zoon teveel hulp krijgt, omdat het juist ook belangrijk is dat hij leert om op eigen benen te staan. Hij moet leren van zijn eigen fouten en zelf keuzes leren maken.
Iemand met ADHD is altijd op zoek naar spanning. Zoon zal allerlei verleidingen tegenkomen,
zoals drugs, alcohol, sigaretten en seks. Het zal een zware opgave voor hem worden om deze verleidingen te weerstaan. Hopelijk vindt zoon de moed om zich bezig te houden met verre doelen, zoals het halen van zijn diploma en krijgt hij geen weerstand tegen het innemen van zijn medicatie.
Ik hoop dat zoon de vele veranderingen die bij de puberteit horen de baas kan en dat hij er uiteindelijk sterker uit zal komen. Als hij op mij lijkt, voorspel ik een zware storm. Maar er is ook hoop. Het is met mij immers ook goed afgelopen.
26/09/2011
http://www.adhdnetwerk.nl/ADHD.aspx?id=549&idblog=19
Geen opmerkingen:
Een reactie posten