Neurofeedback als behandeling van AD(H)D is nog steeds omstreden. Wel wordt het reeds 10 jaar toegepast in de Verenigde Staten. Het principe van neurofeedback is gebaseerd op het (Q)EEG-scanbeeld van een AD(H)D'er. Het onevenwicht tussen trage (bijzaken) en snelle (hoofdzaken) hersengolven wordt bijvoorbeeld geregistreerd en weergegeven op een computerscherm. Wanneer echter de trage onder een bepaald niveau èn de snelle hersengolven boven een bepaald niveau komen, komen er punten bij op een teller. Hierdoor wordt men gestimuleerd om de hersengolven langer op ditzelfde niveau (dus op een geconcentreerd niveau) te houden. Door de positieve feedback merkt men dat dit niveau langer gerekt kan worden en dus de concentratie van de AD(H)D'er.
Hierbij is het echter wel noodzakelijk dat men regelmatig deze neurofeedback ondergaat, dat men een minimum van 30 sessies volgt, èn dat ze nog regelmatig moet worden onderhouden in de maanden nadat de behandeling vruchten heeft afgeworpen. De combinatie van klassieke en chaosbeheersing-neurofeedback kan volgens verschillende studies AD(H)D volledig verhelpen. Eén studie van Lubar maakt melding dat neurofeedback bij een groep van 51 mensen met AD(H)D na 10 jaar nog steeds stabiele resultaten gaf. In Nederland wordt deze behandeling door verzekeraars vaak niet of maar gedeeltelijk vergoed.
In 2009 is in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van Tübingen (Duitsland), de Radboud Universiteit Nijmegen, Brainclinics en het EEG Resource Instituut een meta-analyse uitgevoerd. Een meta-analyse is een analyse waarbij alle onderzoeken uit het verleden zijn meegenomen, die het effect van Neurofeedback bij ADHD hebben onderzocht. In totaal zijn er 15 onderzoeken meegenomen met een totaal van 1194 patiënten. Op basis van dit onderzoek kan inderdaad geconcludeerd worden dat Neurofeedback als bewezen en effectieve behandelmethode gezien kan worden voor de behandeling van ADHD.
Uit deze analyse bleek dat Neurofeedbackbehandeling een grote en klinisch relevante verbetering gaf op impulsiviteit en aandachtsproblemen en een redelijke verbetering op hyperactiviteit. Tevens werd een bevestiging gevonden van een aantal kritiekpunten die door andere onderzoekers in het verleden zijn geuit; zo bleek dat randomisatie inderdaad een vereiste is voor betrouwbaar onderzoek. Ondersteuning van deze conclusies kwam van een tweetal met randomisatie en adequate controlegroepen werkende studies uit 2009
Hierbij is het echter wel noodzakelijk dat men regelmatig deze neurofeedback ondergaat, dat men een minimum van 30 sessies volgt, èn dat ze nog regelmatig moet worden onderhouden in de maanden nadat de behandeling vruchten heeft afgeworpen. De combinatie van klassieke en chaosbeheersing-neurofeedback kan volgens verschillende studies AD(H)D volledig verhelpen. Eén studie van Lubar maakt melding dat neurofeedback bij een groep van 51 mensen met AD(H)D na 10 jaar nog steeds stabiele resultaten gaf. In Nederland wordt deze behandeling door verzekeraars vaak niet of maar gedeeltelijk vergoed.
In 2009 is in samenwerking met onderzoekers van de Universiteit van Tübingen (Duitsland), de Radboud Universiteit Nijmegen, Brainclinics en het EEG Resource Instituut een meta-analyse uitgevoerd. Een meta-analyse is een analyse waarbij alle onderzoeken uit het verleden zijn meegenomen, die het effect van Neurofeedback bij ADHD hebben onderzocht. In totaal zijn er 15 onderzoeken meegenomen met een totaal van 1194 patiënten. Op basis van dit onderzoek kan inderdaad geconcludeerd worden dat Neurofeedback als bewezen en effectieve behandelmethode gezien kan worden voor de behandeling van ADHD.
Uit deze analyse bleek dat Neurofeedbackbehandeling een grote en klinisch relevante verbetering gaf op impulsiviteit en aandachtsproblemen en een redelijke verbetering op hyperactiviteit. Tevens werd een bevestiging gevonden van een aantal kritiekpunten die door andere onderzoekers in het verleden zijn geuit; zo bleek dat randomisatie inderdaad een vereiste is voor betrouwbaar onderzoek. Ondersteuning van deze conclusies kwam van een tweetal met randomisatie en adequate controlegroepen werkende studies uit 2009
Bron: Wikipedia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten