Dat stelt tenminste historica Angela Crott. In haar proefschrift Van hoop des vaderlands naar adhd'er - Het beeld van de jongen in opvoedingsliteratuur (1882-2005) schrijft Crott dat baldadigheid van jongens rond 1900 veel meer werd geaccepteerd dan nu. Zo waren jongens nu eenmaal, was het idee. Als ze tegen de orde aanschopten, bijvoorbeeld door iets te vernielen of te stelen, leidde dat niet meteen tot ongerustheid bij ouders en opvoeders.
Maar vanaf de jaren zestig raakte de vergoelijkende term 'baldadigheid' grotendeels in onbruik voor jongensgedrag. Steeds vaker ging het over 'agressiviteit'. Een gevolg van de vrouwenemancipatie, stelt Crott. Daardoor kwamen jongensachtige geldingsdrang en geweld in een slechter daglicht te staan.
Diploma's
Maatschappelijke veranderingen zoals de voortschrijdende verstedelijking versterkten die ontwikkeling. In de eerste helft van de twintigste eeuw konden veel jongens op het platteland nog redelijk ongestoord hun gang gaan, stelt Crott. Na de oorlog leefden meer jongens in vollere steden, dichter op hun ouders en andere volwassenen die nadrukkelijker hun oordeel uitspraken over grensoverschrijdend gedrag.
De afkeuring van agressiviteit, beweeglijkheid en lawaaierigheid van jongens is de afgelopen decennia alleen maar sterker geworden, beschrijft Crott, die zulk gedrag grotendeels een biologisch gegeven acht. Dat laatste is omstreden. Volgens de Leidse gezinspedagoog Rien van IJzendoorn is verre van duidelijk of het agressievere gedrag van jongens toe- of afneemt door gefeminiseerd onderwijs.
Omdat het nu eenmaal jongens zijn, is het voor hen moeilijk lang rustig en geconcentreerd te zitten werken, stelt Crott. Wat dat betreft was het leven voor veel jongens tot in de jaren zestig makkelijker, toen diploma's minder belangrijk waren.
Maar vanaf de jaren zestig raakte de vergoelijkende term 'baldadigheid' grotendeels in onbruik voor jongensgedrag. Steeds vaker ging het over 'agressiviteit'. Een gevolg van de vrouwenemancipatie, stelt Crott. Daardoor kwamen jongensachtige geldingsdrang en geweld in een slechter daglicht te staan.
Diploma's
Maatschappelijke veranderingen zoals de voortschrijdende verstedelijking versterkten die ontwikkeling. In de eerste helft van de twintigste eeuw konden veel jongens op het platteland nog redelijk ongestoord hun gang gaan, stelt Crott. Na de oorlog leefden meer jongens in vollere steden, dichter op hun ouders en andere volwassenen die nadrukkelijker hun oordeel uitspraken over grensoverschrijdend gedrag.
De afkeuring van agressiviteit, beweeglijkheid en lawaaierigheid van jongens is de afgelopen decennia alleen maar sterker geworden, beschrijft Crott, die zulk gedrag grotendeels een biologisch gegeven acht. Dat laatste is omstreden. Volgens de Leidse gezinspedagoog Rien van IJzendoorn is verre van duidelijk of het agressievere gedrag van jongens toe- of afneemt door gefeminiseerd onderwijs.
Omdat het nu eenmaal jongens zijn, is het voor hen moeilijk lang rustig en geconcentreerd te zitten werken, stelt Crott. Wat dat betreft was het leven voor veel jongens tot in de jaren zestig makkelijker, toen diploma's minder belangrijk waren.
Bron: demorgen.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten