Door: Suzan Otten-Pablos
Op de lagere school haalde ik geen beste cijfers voor het vak Aardrijkskunde. Dat kwam door die akelige topo. Stom en onzinnig vond ik het. Zonde van mijn tijd. Dat kleine eilandje in de Indische Oceaan of in de Stille Zuidzee interesseerde me namelijk niets. Daar had ik gewoon niets mee.
Maar er was nog iets. Er was bij mij geen enkele vorm van oriëntatievermogen aanwezig. Daar ben ik niet mee geboren. Volgens mij hadden de leraren dit best door, maar durfde niemand het, lange tijd, rechtstreeks tegen me te zeggen. Totdat, na de zoveelste onvoldoende, een leraar, op de middelbare school, aan me vroeg of ik nog wel wist hoe ik thuis moest komen.
De route school –huis – school kende ik helaas maar al te goed. Dat was gewoon simpelweg een kwestie van eindeloos herhalen. Maar verder was het inderdaad dramatisch gesteld met mijn richtingsgevoel. Regelmatig raakte ik de weg kwijt, omdat alles allemaal zo veel op elkaar leek of juist niet. Of ik kwam te laat omdat ik weer eens verdwaalde. En omdat ik onderweg zoveel leuke dingen zag raakte ik geen moment in paniek. Mijn omgeving had er meer last van dan ik.
Dat werd duidelijk toen manlief en ik samen met de motor door Europa trokken. Met tent, rugzak en wegenkaarten. En die papieren kaarten zorgden voor heftige discussies. Want toegeven dat het slecht gesteld was met mijn geografische kennis deed ik natuurlijk niet. Dat leek zo onnozel. En het ergste was eigenlijk dat we allebei geen verstand hadden van kaarten. Maar manlief was minstens zo eigenwijs als ik. We maakten daarom ruzie, terwijl we wel de mooiste dingen tegenkwamen. Heuvels, bergen en rotsen. Zee en strand. En we genoten er ook nog langer van, omdat we altijd een omweg namen.
Toen we later met de auto op vakantie gingen waren we ineens klaar met het ouderwetse kaartengedoe. Zonder helm naast elkaar zitten én communiceren was gewoonweg teveel gevraagd. En dus kochten we een TomTom om ons van de stress af te helpen. Natuurlijk gaf deze TomTom ons nog steeds geen garantie dat we, op tijd, op de afgesproken plek kwamen, maar de kans werd hierdoor in ieder geval wel een stuk groter.
De mannenstem op de TomTom leek me absoluut geen gezellig type. Een beetje zakelijk en saai. En dus werd het de vrouwenstem. Maar deze dame is ook niet heel erg spraakzaam. Ze zegt namelijk weinig verschillende dingen. Zoals; links, rechts en rechtdoor. Ze komt hierdoor soms zelfs een beetje wereldvreemd over. En dat vind ik dan eigenlijk wel weer gek voor een stem op de TomTom.
Zelf praat ik wel veel en vaak met de TomTom. Als ik van de stem de snelweg op moet bijvoorbeeld, en er helemaal geen snelweg is, maar alleen een zandpad. Dan zeg ik dat dus. Maar de stem geeft nooit antwoord, zit gewoon in haar eigen wereldje en blijft onverstoorbaar haar eigen ding doen. En dat doet ze in alle rust. Want de stem wordt nooit, maar dan ook echt helemaal nooit, boos.
En dat vind ik dus leuk. Want zelfs als ik expres de verkeerde kant op rijdt, herhaalt de stem alleen maar een paar keer dat ik moet keren. Zonder irritaties. En als ik dat dan lekker niet doe, omdat ik niet wil dat de stem de baas over me speelt, berekent de stem gewoon in alle rust een nieuwe route.
Waarschijnlijk gaat het met de TomTom ook helemaal niet sneller om van A naar B te gaan. De aarde is en blijft namelijk gewoon rond. Maar de stem is zo heerlijk voorspelbaar en geduldig. En ook nooit verontwaardigd of gekwetst. De stem doet nooit moeilijk en laat me altijd in mijn waarde. Ook als ik fouten maak en als ik eigenzinnig en eigenwijs ben. Net zolang totdat ik mijn bestemming heb bereikt.
https://www.adhdnetwerk.nl/ADHD.aspx?id=481&idn=122
23/04/2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten