zaterdag 18 februari 2012

ADHD mythes en vooroordelen

In de media en Tweede Kamer worden deze dagen nogal wat vragen gesteld rondom de groei van het aantal diagnoses van ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD en Autisme Spectrum Stoornissen (ASS). Een modegril? Een onstuitbare epidemie? Een verzinsel van de farmaceutische industrie om medicijnen te kunnen verkopen? Absoluut niet.

ADHD en ASS zijn zeker geen nieuwe diagnoses; ADHD werd voor het eerst vast gesteld in 1902. Maar het is onmiskenbaar dat beide diagnoses vaker dan dertig jaar geleden gesteld worden. Een belangrijke verklaring voor het groeiend aantal diagnoses is de sterk toegenomen kennis over deze stoornissen. Daardoor worden zij niet alleen bij kinderen, maar ook bij volwassenen veel beter onderkend. Want om maar eens een mythe door te prikken: ADHD gaat niet vanzelf over als je 18 wordt. Ook volwassenen lijden aan (vaak onbehandelde) ADHD.

De groei van het aantal ADHD- en ASS-diagnoses wordt ook veroorzaakt doordat kinderen en volwassenen met mildere vormen van ADHD en ASS nu meer last hebben van hun ziekte. De hoge eisen die aan mensen worden gesteld door het razende tempo van het moderne leven, de enorme toename van prikkels en afname van structuur en voorspelbaarheid, maken dat mensen die vroeger op school en in een vastomlijnde werkkring goed mee konden komen, nu buiten de boot vallen. Dit is op scholen nog het meest opvallend: tegenwoordig moeten kleuters al in staat zijn om zich in een overladen omgeving te concentreren op taken die zij bij voorkeur in groepjes moeten uitvoeren. Dat is simpelweg een onmogelijke opgave voor kinderen met al een lichte vorm van ADHD en/of ASS. De diagnose ADHD en ASS bij kinderen is, om een tweede mythe door te prikken, dus niet het gevolg van ouders die niet kunnen opvoeden. Onze samenleving biedt een minder gezonde omgeving.

In die zin zijn ADHD en ASS wel degelijk ziektes van deze tijd: maatschappelijke ontwikkelingen maken dat individuen die een kwetsbaarheid hebben voor ADHD, en zeker ook voor ASS, nu eerder tegen hun beperkingen aanlopen. Schande dat er zoveel diagnoses gesteld worden? Overbodige medicalisering? Nee, integendeel: door de diagnose snel en trefzeker te stellen, kan men kinderen, pubers en volwassenen en hun omgeving veel beter helpen, zodat zij niet gezien worden als onwillige lastpakken. Mensen met ADHD kunnen meestal prima functioneren door een combinatie van goede voorlichting, gedragstherapie en eventueel medicijnen. Ook voor ASS geldt dat met een gerichte en op de persoon toegesneden begeleiding de kwaliteit van leven goed kan zijn.

Zijn ADHD en ASS als ziektes van deze tijd uniek? Helemaal niet. Veel ziektes zijn een weerspiegeling van hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen: hart- en vaatziekten, ouderdomsdiabetes, huidkanker. Toch verdenkt niemand cardiologen, dermatologen of internisten van overbodige medicalisering, of het te snel voorschrijven van medicijnen omdat deze diagnoses tegenwoordig zo vaak worden gesteld.

Ook deze ziektes komen vandaag de dag veel vaker voor door ongezonde leefomstandigheden en -gewoontes. Mensen die een erfelijke aanleg voor diabetes type II hebben, zullen deze eerder ontwikkelen als zij te vet en te zoet eten en te weinig bewegen. Om hier iets aan te doen, wordt veel voorlichting gegeven over het grote belang van een gezonde leefstijl in een ongezonde, jachtige maatschappij vol verleidingen. Hoog tijd daarom dat wij allen, politiek, onderwijs, werkgevers en zorgverleners meer werk maken van voorkomen dat mensen met ADHD en ASS onnodig ziek(er) worden. Dat kan door omstandigheden op school, werk en in de samenleving gezonder te maken. We floreren allemaal bij rust, reinheid en regelmaat, maar mensen met ADHD en ASS kunnen niet zonder. Daarnaast is het van groot belang dat mensen met ADHD en ASS (en hun gezin!) de medische behandeling krijgen die ze broodnodig hebben. Vroegtijdig diagnosticeren en behandelen neemt niet alleen veel persoonlijk leed weg, maar ook maatschappelijke schade door uitval op school en werk. Het voorkomt bovendien dat mensen met ADHD en ASS hun toevlucht nemen tot alcohol en drugs om rustiger te worden, met alle risico’s op verslaving, criminaliteit en overlast van dien. Gelukkig is de geestelijke gezondheidszorg door de enorme vooruitgang in medische kennis tegenwoordig prima in staat om mensen met ADHD en ASS de zorg te bieden waarmee zij hun leven op de rails kunnen krijgen en houden. Hen die zorg onthouden vanwege mythes en vooroordelen is kortzichtig én onmenselijk.

Rutger Jan van der Gaag
Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie

Marleen Barth
Voorzitter GGZ Nederland





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in Bol.com