donderdag 17 mei 2012

Malou van Hintum: 'ADHD is geen aanstelleritis'

ADHD zou een excuus zijn voor luie, incompetente ouders om drukke kinderen niet goed op te voeden. "Onzin", zegt Malou van Hintum.

Elke dag kun je wel ergens lezen dat ADHD, een aandachtstekortstoornis die meestal gepaard gaat met hyperactiviteit en impulsiviteit, niet meer is dan een schaamlap. Een schaamlap die in het beste geval de onmacht van opvoeders moet maskeren om kinderen in het gareel te houden, en in het slechtste geval hun gemakzucht. Ouders en leerkrachten zouden het gemakkelijker vinden kinderen te drogeren met Ritalin, een geneesmiddel dat onder de Opiumwet valt en alleen daarom al allerlei alarmbellen doet rinkelen.

Kanker
Het recent verschenen boek van de Groningse psycholoog Laura Batstra pookt dat vuurtje nog eens extra op. Onder de titel 'Hoe voorkom je ADHD? Door de diagnose niet te stellen' suggereert Batstra dat de meeste kinderen met ADHD de diagnose ten onrechte krijgen. Het sleutelargument daarvoor is, dat ADHD te vaak voorkomt.

Dat is een raar argument. Vinden we ook dat de meeste kankerpatiënten eigenlijk geen kanker hebben, omdat kanker tegenwoordig veel vaker voorkomt dan vroeger? Of dat we de diagnose Alzheimer maar niet meer moeten stellen, omdat anders de verpleeghuizen te vol worden?

Slaag en straf
Nee, natuurlijk. Kanker en Alzheimer zijn in hoofdzaak ouderdomsziekten, ook al komen ze ook bij jongere mensen voor. En dat we ouder worden, komt omdat we dankzij een welvarende maatschappij en voortschrijdende medische inzichten langer blijven leven. Dat we die ziekten vaker zien, is dus dankzij maatschappelijke en medische ontwikkelingen. Dat maakt de mensen die eraan lijden niet minder ziek.

Iets soortgelijks geldt voor ADHD, dat dankzij maatschappelijke en medische ontwikkelingen zichtbaarder is geworden. Kinderen die vroeger als 'vervelend' of 'druk' golden, werden vaak gedisciplineerd met slaag en straf. Tegenwoordig weten we dat veel van die kinderen zelf ook best anders zouden willen, maar dat niet kunnen.

Hoge eisen
Lange tijd was er voor kinderen met ADHD (letterlijk) meer ruimte, én er werden minder hoge eisen aan hen gesteld. Er waren dus minder factoren die hun kwetsbaarheid konden triggeren dan nu; vandaar dat er nu meer kinderen met ADHD zijn dan toen. Bovendien werden ze vroeger anders behandeld. Een kind dat voortdurend de orde verstoorde in de klas, kreeg een draai om zijn oren en moest in de hoek staan. De jongens die op de achterste bankjes in de klas zaten te klieren, werden genegeerd en verdwenen al snel van school om ongeschoold werk te gaan doen: op het land, of in de fabriek.

Tegenwoordig wordt er niet meer geslagen op school, zijn kinderen langer leerplichtig, en heeft het onderwijs een andere structuur gekregen. Kinderen moeten beter opletten en meer eigen initiatief tonen dan vroeger.

De meeste kinderen kunnen goed aan die eisen voldoen: ongeveer vijf procent van hen krijgt de diagnose ADHD, en zo'n 95 procent dus niet.

Flipperkast
Is die vijf procent gek? Nee. Hebben zij, hun familieleden en hun leerkrachten een probleem? Ja. Want kinderen met ADHD zijn niet 'lekker druk', maar hebben last van voortdurende rusteloosheid. Ze hebben een 'flipperkast' in hun hoofd die maar niet op 'stil' wil. Daardoor kunnen ze zich slecht concentreren op school en slecht plannen, en zich ook niet goed handhaven in het sociale verkeer.

Ze maken vaak ruzie met leeftijdgenootjes en hun ouders, en zijn vaker angstig en depressief - wat niet zo gek is, als je regelmatig op je kop krijgt. Ze hebben vaker een ongelukje, omdat ze impulsief zijn en daardoor sneller risicovolle situaties opzoeken. En ze zijn gevoeliger voor verslaving.

Wreed
Dat kun je allemaal ontkennen, maar wie schiet daar iets mee op? Daarmee is niet gezegd dat al die kinderen per se aan de medicatie moeten. Het hangt er maar vanaf hoe ernstig iemands disfunctioneren is, hoeveel hulp de omgeving kan bieden en welke kwaliteiten hij zelf heeft om met zijn aandoening om te gaan.

Voor kinderen met ADHD kan een omgeving die rekening houdt met hun gedrag vaak helpen, net zoals een gedragstraining van henzelf en hun ouders. Maar niet altijd. Er zijn kinderen die behalve psychotherapeutische hulp ook medicatie nodig hebben om te kunnen leren hun gedrag onder controle te krijgen. Daar worden ze geen doorsnee-kinderen van, laat staan zombies, maar zo kan wel een basis worden gelegd voor een ander leven. Een leven waarin het hun wél om lukt dingen af te maken en met vriendjes mee te doen. Wie kinderen dat wil ontzeggen, is wreed.

Malou van Hintum is columnist van Volkskrant.nl en auteur van het boek 'Doe eens normaal. Over zin en onzin van psychiatrische diagnoses' dat donderdag 24 mei in de winkel ligt.


De Volkskrant





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in Bol.com